Dit verhaal heb ik jaren geleden geschreven voor een schrijfwedstrijd van 250 woorden. Het was duidelijk dat het niet goed genoeg om te winnen, maar dat geeft niet.
Grappig genoeg kreeg ik van die eerste versie meteen weer vlinders in mijn buik. Het concept spreekt me nog steeds aan en ik hoop dat deze verbeterde versie jullie hetzelfde laat ervaren. Want ken je dat gevoel wanneer je buiten in de regen staat en het je ineens niet meer uitmaakt hoe doorweekt je bent? Dat je een beslissing maakt en hoewel het je doodsbang maakt, je je nieuwe leven omarmt?
De ontmoeting
De straten stonden vol plassen en wegen waren onbegaanbaar geworden. De regen viel met bakken tegelijk uit de hemel en waste alles schoon wat ooit bevuild was geweest. Ze stond op het smalle trottoir voor het portiek en keek omhoog. De hemel was onheilspellend donker, zoals deze kan zijn als de hel is losgebarsten. Een enkele voorbijganger schuifelde langs haar heen.
Normaliter zou ze zijn zoals zij, naarstig op zoek naar een drogere schuilplaats. Maar vandaag was anders. Vandaag plakten haar goudbruine lokken aan haar gezicht en liep haar mascara waarschijnlijk in straaltjes over haar wangen. Haar nieuwe favoriete laarzen waren geruïneerd, de wollen jas die ze zorgvuldig had uitgekozen, niet meer te redden.
Het maakte allemaal niet uit, wellicht was het zelfs beter dat ze hier stond. Het water voelde verrassend fris, schoon zelfs. Ze sloot haar ogen en zuchtte. De regen reinigde haar uitgeputte ziel en spoelde de donkerte die de laatste tijd bezit van haar had genomen, weg.
Ze had het al langer geweten, daar ergens in de hoekjes van haar bewustzijn. Het was tijd voor een schone lei, een nieuwe ‘ik’. Vanmorgen had ze haar keuze gemaakt en ze zou er niet op terug komen.
Dat is, behalve als hij niet zou komen natuurlijk. Want hoewel ze deze ochtend afscheid had genomen van al haar angsten, kon ze nog niet zeker weten of ze het wat hem betreft bij het juiste eind had gehad.
Hij was op een onverwacht moment in haar leven gekomen en had dingen nóg een stukje gecompliceerder gemaakt. Alsof dat was wat ze nodig had… Lange tijd had ze zijn bestaan daarom vervloekt, maar als een junkie was ze toch steeds teruggekomen voor meer. Elke interactie, elke glimlach was een shot, een verzekering dat ze de rest van de dag op wolken zou lopen.
Maar goed, niet dat er echt iets bijzonders was gebeurd buiten het ‘gewone’ collegiale contact. Ze tikte met de hakken van haar laarzen op de stoep en snoof. Het water gleed langs haar hals. Dit was dan ook precies het punt. Ze wist wat ze voelde, dat het van haar kant goed zat. Wat ze niet wist, was of deze ‘fatal attraction’ zich niet alleen in de diepste krochten van haar brein had afgespeeld. Het zou niet de eerste keer zijn en, zo beredeneerde ze, zeker niet de laatste. De littekens van vorige vergissingen stonden als krassen op een grammofoonplaat in haar ziel.
En mocht dit wel een enkelzijdige bevlieging zijn, dan had ze de afgelopen weken alle schepen toch achter zich verbrand. Zoals haar baan, die haar toch niet gelukkig maakte. Een relatie die haar meer had doen denken aan een zakelijke transactie dan een liefdevolle basis. De plek die zij haar thuis had genoemd.
Een weg terug was er niet en wat er vandaag dan ook zou gebeuren: vanaf nu ging ze voorwaarts.
Met een frons frunnikte ze aan de doorweekte mouw van haar jas. Het glas van haar gouden horloge was een beetje beslagen, waardoor het moeite kostte om de wijzers te ontcijferen. Ze kneep met haar ogen. Zeven uur. Dat was zoals ze had afgesproken, althans het tijdstip dat zij in haar voorstel had genoemd. Hij had geen antwoord gegeven en zelfs de kenmerkende blauwe vinkjes waren uit gebleven. Ze had geen indicatie dat hij haar bericht ontvangen had.
Misschien kwam hij wel helemaal niet, maar ze vond dat ze na haar poging zichzelf nog wat tijd moest geven. Ze was dan ook altijd een ongeduldige vrouw geweest. Wellicht nog een paar minuten?
Achter haar schraapte iemand zijn keel en haar hart maakte een sprongetje. Zou het…? Ze draaide zich om.
Daar stond hij, onberispelijk gekleed en met een zwarte paraplu boven zijn hoofd. Ze beet op haar lip om haar stralende glimlach te verbergen.
‘Daar ben je dan.’ Zei ze.
‘Twijfelde je of ik zou komen?’ Zijn stem klonk plagend, alsof ze werkelijk onbewust had kunnen zijn van het wederzijdse verlangen.
Ze schudde haar hoofd, een ondeugende flikkering in haar ogen. Ineens wist ze het weer zeker en de vlinders in haar buik begonnen te dansen. God, wat had ze hem gemist.
‘Nee.’
‘Ik heb een paraplu meegenomen.’ Zei hij.
‘Ik zie het.’
‘Al weet ik niet of je te redden bent. Je bent helemaal doorweekt.’
Ze haalde simpelweg haar schouders op. ‘Dat geeft niet.’
Hij grinnikte. ‘Je bent je paraplu alweer vergeten?!’
‘We hebben er niet allemaal één standaard op zak, weet je.’
Hij schudde zijn hoofd, zich er hoogstwaarschijnlijk weer van bewust hoe koppig ze kon zijn. Dat had hij namelijk eerder ervaren. ‘Ik kan het je anders van harte aanbevelen.’
Ze tuitte haar lippen. ‘De regen is anders heel verfrissend, dat zou jij eens moeten proberen.’
Vertwijfeld keek hij haar aan, alsof hij half verwachtte dat ze hem voor de gek hield. Maar vandaag was ze niet in de stemming om grappig te doen. Ze was bloedserieus.
Met een soepele beweging griste ze de paraplu uit zijn handen en klapte het dicht. Hij hapte naar adem toen het water hem overviel en langs zijn lichaam sijpelde. Zijn lichtblauwe bloes veranderde in de indigo kleur van zijn ogen.
Een moment lang keek ze werkeloos toe terwijl de druppels hem transformeerden tot een onmogelijk sexy versie van hemzelf.
Haar handen kwamen als vanzelf in beweging. Ze trilden terwijl ze voor het eerst zijn gezicht aanraakte, maar het tegelijkertijd voelde het vreemd vertrouwd. Ze huiverde. Godverdomme. Hij was het. Hij was het echt. Ze had het altijd al geweten. En nu was hij eindelijk van haar.
Daar in de regen, kuste ze hem.
Zo mooi❤️❤️❤️